Laat je (zwem)vijver iets terugdoen voor de natuur

Met zijn decennialange ervaring in de wereld van vijvers en waterpartijen is Guido Lurquin een gevestigde naam. Zijn nieuwste publicatie, Zakboek voor de vijvertuin, is een compacte, praktische handleiding om waterpartijen meer ecologisch te maken en om doordachte plantenkeuzes te maken. Het is een laagdrempelig boek dat inspeelt op de groeiende behoefte aan duurzaam ontworpen vijvertuinen – een must-read.

“De laatste jaren worden er in de Belgische tuinen vooral zwemvijvers en spiegelvijvers gebouwd die gericht zijn op esthetiek en onderhoudsgemak”, zegt Guido Lurquin. Hoewel deze moderne waterpartijen populair zijn, is het belangrijk om de ecologische waarde en de impact op de biodiversiteit niet uit het oog te verliezen. Historisch gezien kende Vlaanderen een landschap rijk aan moerassen en natuurlijke waterpartijen. Deze fungeerden als essentiële biotopen voor tal van organismen, waaronder amfibieën, libellen, waterslakken en mosselen. Door de modernisering van tuinen – met gazons, robotmaaiers en omheiningen – verdwijnen die cruciale leefomgevingen in een alarmerend tempo. “Een gazon zonder bomen is als een woestijn”, benadrukt m. Lurquin. “Daar kan geen vlinder landen, geen rups kruipen, geen kever schuilen.”

Het verdwijnen van waterpartijen treft vooral diersoorten met een beperkte actieradius. Watersalamanders, bijvoorbeeld, migreren slechts enkele honderden meters. Zonder een netwerk van kleine waterpartijen – de zogenaamde ‘stapstenen’ – kunnen deze dieren zich niet voortplanten en overleven. “Zelfs een kleine vijver kan een rustpunt zijn voor libellen, watersalamanders en andere dieren. Het heeft dus zeker nut om in stadstuinen en op terrassen een waterpartij te creëren, zelfs al is het maar een mortelkuip van 70 liter. Vul de kuip met water, voeg een paar waterplanten toe en zie wat er gebeurt. De natuur regelt de rest.” Planten zoals aarvederkruid en hoornblad zijn uitstekende keuzes voor dit soort toepassingen.

Om de biodiversiteit te versterken, pleit Guido Lurquin voor meer (zwem)vijvers in particuliere tuinen. “Een vijver in elke tuin zou prachtig zijn, toch?” En met eenvoudige ingrepen, zoals het aanleggen van een beekloop naast een koivijver, kunnen veel waterpartijen ecologisch waardevoller worden. “Een beekloop biedt ruimte aan planten en kleine dieren, zonder dat ze worden bedreigd door de vissen”, legt hij uit. “Zo creëer je een aparte biotoop die de biodiversiteit enorm kan verrijken.” Daarnaast benadrukt m. Lurquin dat het integreren van ‘rommelhoekjes’ in tuinen kan helpen om meer schuilplaatsen te bieden voor kleine dieren. “Voor veel beestjes zijn de tuinen in België veel te proper en strak. Hopen stenen, bladeren of takken lijken misschien rommelig, maar ze zijn cruciaal voor het ecosysteem. Ze bieden een thuis voor insecten, egels en andere nuttige dieren.”

De impact van het weer
De veranderende weersomstandigheden maken de situatie nog complexer. Lange, droge zomers, zoals die van 2020, 2021 en 2022, hebben ervoor gezorgd dat zelfs diepere natuurvijvers volledig droog kwamen te staan. “Maar ook vorig jaar waren er bijna geen libellen en waterjuffers. Dit komt door periodes van aanhoudende regen. Deze insecten kunnen zich niet aanpassen aan extreme weersomstandigheden. Constante regen maakt het voor volwassen libellen onmogelijk hun vleugels te drogen, waardoor ze niet kunnen vliegen of voortplanten.”

De impact van deze extremen beperkt zich niet tot insecten. “Ook andere waterorganismen ondervinden grote uitdagingen. Mosselen en andere weekdieren, zoals waterslakken, behoren tot de meest bedreigde diergroepen in Europa. Veel soorten zijn het uitsterven nabij. Zonder vijvers of waterpartijen hebben zij geen kans om te overleven”, legt Guido Lurquin uit. “In veel natuurgebieden zijn vijvers te schaars of liggen ze te ver uit elkaar. In tuinen kunnen we dit probleem deels oplossen door waterpartijen dichter bij elkaar te creëren.”

De overvloed aan landslakken afgelopen zomer is ook een gevolg van de verstoorde biodiversiteit. “Landslakken zijn een voedselbron voor padden. Maar als padden verdwijnen door een gebrek aan geschikte waterpartijen, raakt de slakkenpopulatie uit balans.”

Waterpartijen als natuurlijke waterbuffers
Guido Lurquin maakt ook een belangrijk punt over wateropslag in vijvers. “We horen altijd dat we water moeten sparen”, zegt hij. “Het aanleggen van een vijver zorgt voor een natuurlijke buffer voor regenwater. Door opgevangen regenwater in een vijver te laten overlopen wanneer de ton vol zit, blijft het water in de omgeving beschikbaar.”

“Natuurlijke vijvers hoeven niet altijd aangevuld te worden, zelfs niet tijdens droge periodes. Als het waterniveau daalt, hoeft dat geen probleem te zijn. Het is zelfs esthetisch op te lossen met goed geplaatste planten.” Voor zwemvijvers, waar de marges kleiner zijn, is dit natuurlijk anders. “Daar moet vaak water worden toegevoegd om de werking van skimmers en moeraszones te garanderen”, gaat m. Lurquin verder. “Gelukkig is de huidige generatie vijverpompen veel energiezuiniger dan vroeger, waardoor het onderhoud en gebruik van zwemvijvers minder belastend is voor het milieu.”

De impact van design
Daarnaast wijst m. Lurquin op het belang van het (zwem)vijverdesign, zoals een goede randafwerking. “Dekstenen die over de rand hangen, zoals vaak bij zwemvijvers, kunnen problematisch zijn voor dieren”, vertelt hij. “Kikkers en salamanders kunnen het water niet verlaten, raken uitgeput of komen vast te zitten in de skimmers. Een eenvoudige oplossing is het creëren van een uitweg, bijvoorbeeld door een synthetische structuur zoals een net over de rand te plaatsen. Ook de moeraszone kan dienen als natuurlijke uitweg, mits deze direct op de zwemzone aansluit zoals bij een downflowzwemvijver. Bij een upflowzwemvijver kun je eventueel stenen in de hoeken plaatsen of een Enka-mat over de boord hangen. Zo voorkom je dat dieren onnodig sterven.”

Volgens m. Lurquin is het daarnaast zinvol om naast de zwemvijver een kleinere vijver in te richten, waar planten en kleinere dieren beschutting kunnen vinden. “Dit hoeft geen grote investering te zijn. Met wat extra folie maak je een eenvoudige budgetvijver, en dat maakt al een groot verschil.”

De kracht van juiste plantenkeuzes
Een ander belangrijk thema in Zakboek voor de vijvertuin is de selectie van geschikte planten. “De gele lis (Iris pseudacorus) wordt veel gebruikt vanwege haar efficiënte zuiverende werking. Maar als je enkel gele lis gebruikt, ontbreekt de biodiversiteit. Soms kom je ook zwemvijvers tegen waar uitsluitend holpijp (Equisetum hyemale) is aangeplant. Dat ziet er architecturaal mooi uit, maar als enige plant in de filterzone is het geen goede keuze. Holpijp begint namelijk pas rond mei te groeien en draagt in het vroege voorjaar niets bij.”

“Als zwemvijverbouwer heb je bij elk project de kans om een levendig en evenwichtig ecosysteem te creëren. Veel moerassen hebben een standaard waterdiepte van 10 cm, maar door op bepaalde plaatsen de substraatlagen te verdiepen tot 20 à 40 cm, kun je naast gele lis ook kleine waterlelies of dwergplompen (Nuphar pumila) planten. Hierdoor creëer je zones waar kleine dieren zich thuis voelen. Libellen hebben specifieke eisen aan hun voortplantingswater: sommige soorten geven de voorkeur aan open water, terwijl andere afhankelijk zijn van drijfbladplanten of wisselende waterstanden.”

“Bij zwemvijvers moet de oppervlakte van het moerasbed minstens 20% van het totale vijvervolume bedragen, hoewel 25 à 30% nog beter is. Reken voor de moeraszone op ongeveer 5 planten per 1.000 liter water totaalinhoud. Voor een zwemvijver van 50 m³ heb je dus zo’n 250 planten nodig.”

Bij het vervoeren van vijverplanten is voorzichtigheid geboden. Zorg ervoor dat ze vochtig blijven door ze in een plastic zak te verpakken. Zuurstofplanten kun je tijdelijk in een emmer met vijver- of regenwater bewaren, terwijl moerasplanten in een schaal met een laagje water kunnen staan. Planten met wortelstokken moeten dezelfde dag nog worden geplant.

Een pleidooi voor actie
Met Zakboek voor de vijvertuin hoopt Guido Lurquin niet alleen bewustwording te creëren, maar ook tuinbezitters aan te moedigen tot actie. Door (kleine) waterpartijen aan te leggen en doordachte plantenkeuzes te maken, kan je als zwemvijverbouwer bijdragen aan het herstel van de biodiversiteit.

“Het begint met observatie”, besluit m. Lurquin. “Pas als je water in je tuin hebt, besef je wat je al die tijd hebt gemist. Een vijver, hoe klein ook, is altijd een bron van leven.”

WIE IS GUIDO LURQUIN?
Guido Lurquin is een expert in vijvers en waterlelies. Hij was jarenlang Senior Technical Advisor bij Distri Pond en is actief binnen de Landelijke Gilden en Syntra. Daarnaast publiceerde hij talrijke artikelen in tuin- en vijvermagazines en adviseert hij diverse vijverbedrijven.

Zakboek voor de vijvertuin
Guido Lurquin
€ 22,99
Paperback | 176 pagina’s | Uitgeverij Lannoo