Sponstuin: duurzaam en efficiënt omgaan met water

Particuliere tuinen beslaan een aanzienlijke oppervlakte in ons land. Tuinliefhebbers zijn erg begaan met wat er in hun tuin gebeurt. Bij velen onder hen hebben actuele thema’s zoals klimaatverandering en biodiversiteit de manier van tuinieren veranderd. Doch dat is niet altijd even vanzelfsprekend. Duurzaam en efficiënt omgaan met water in de tuin, is niet voor de hand liggend.

Tot enkele jaren geleden was het de normaalste zaak van de wereld om in drogere maanden de tuinslang op de waterleiding aan te sluiten en op die manier de plantjes en gazons van water te voorzien. Intussen is gebleken dat dit niet meer wenselijk is: water is schaars geworden en bovendien hangt er een onaangenaam prijskaartje aan vast. Ook de voorraad grondwater begint te slinken. Er moet meer gebruik gemaakt worden van de oplossing die zomaar uit de lucht komt gevallen: regenwater. Er zijn echter wat handigheidjes nodig om dat regenwater enerzijds nuttig te gebruiken en anderzijds om het te bewaren tot in droogteperioden waarin het echt nodig is.

De ondergrond van een tuin zou moeten functioneren als een ‘spons’.  Een spons heeft de eigenschap water op te nemen en als je erin knijpt, het water terug af te geven. Gesteld dat we van onze bodem een spons willen maken, dan moeten er een paar hindernissen overwonnen worden.

De vijand van efficiënt waterbeheer is verharding. Iedere vierkante meter die verhard is, laat geen waterinfiltratie toe. Het is onmogelijk om de hele tuin onverhard te laten, doch de verharde, verdichte oppervlakte tot een minimum beperken, is noodzakelijk. Het paadje van de achterdeur naar het tuinhuis, dat vaak tientallen meters lang is, hoeft geen waterdicht tegelpad te zijn dat geplaatst is op een onderbedding van vaak 20 cm dik. Hiervoor bestaan betere, ‘watervriendelijkere’ oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan een kiezelpaadje of waterdoorlatende klinkers op een poreuze bedding. Het verwijderen of aanpassen van verharding, ook wel ‘ontharding’ genoemd, is vaak een moeilijke klus waarbij de hulp van een professionele tuinaannemer onmisbaar is.

‘Ontharding’ houdt echter meer in dan tegels vervangen door een waterdoorlatend alternatief. Nòg beter is het om de betegelde oppervlakte definitief te reduceren en over te gaan tot ‘vergroening’. Vervang de verharding door planten. In eerste instantie wordt er dan gedacht aan een uitbreiding van de gazonoppervlakte, doch de wateropslorpende capaciteit van een gazon is niet indrukwekkend. Er zijn alternatieven.

Een buienborder, bijvoorbeeld. Zo’n buienborder is een stukje licht verzonken aangelegde border met een slimme functie. De border is aangeplant met plantensoorten die goed gedijen in droge én natte omstandigheden. Een buienborder wordt aangelegd naast een verharde tuinoppervlakte. De aanleg is zo gebeurd dat het water van de verharding naar de buienborder vloeit. Als het regent, dan verzamelt het regenwater zich tussen de planten in de border en sijpelt het daar in de bodem. Op die manier wordt vermeden dat het water afvloeit naar de openbare weg en zo in de riolering terechtkomt.

Op termijn wordt het water opgeslagen in en onder de border. Op die manier wordt er een ondergrondse voorraad gecreëerd die zal verhinderen dat de bodem in drogere perioden te snel uitdroogt.

Het sponsgegeven en de daarmee gepaard gaande vergroening heeft veel meer voordelen dan het stockeren van water. Denk bijvoorbeeld aan de biodiversiteit. Het is aangetoond dat het bodemleven onder verharde oppervlakten quasi nihil is. Vergroening leidt tot een heropleving van de bodembewoners. Aangezien verteerde plantenresten regenwormen aantrekken, zullen deze snel ter plaatse zijn als blijkt dat er een nieuwe plantenzone is. Regenwormen maken onderaardse gangen, wat op zijn beurt weer leidt tot nieuwe, verticale watertransportkanalen in de bodem. En die kanalen hebben een dubbel effect. Enerzijds sijpelt water, als vanzelfsprekend, naar beneden. Anderzijds bestaat er zoiets als de ‘capillaire kracht’ – water dat door smalle gangetjes omhoog kan bewegen – waardoor de teeltlaag steeds van water voorzien kan worden.

Het sponseffect wordt steeds duidelijker. Door water naar een doorlaatbare bodem te leiden, kan er in natte perioden een voorraad aangelegd worden die van pas komt in de droge maanden. Wie naast het ontharden en vergroenen ook nog eens de nodige – al dan niet ondergrondse – opslagtanks kan plaatsen, zal in perioden van droogte alsnog de tuinslang kunnen gebruiken om de (moes)tuin te bewateren.

Om een mooie, klimaatbestendige tuin te bekomen, kan men kiezen voor klimaatrobuuste planten, een klimaatvriendelijke grasmengeling, een geschikte bodembedekking om uitdroging te voorkomen enzomeer. Ook het aanplanten van bepaalde boomsoorten heeft een invloed op de waterhuishouding, net als het creëren van schaduw en windbescherming op plaatsen waar de uitdroging het meest intens is. Het ‘Zakboek voor de Sponstuin’ (Marc Verachtert en Bart Verelst, Lannoo – isbn) is de ideale leidraad om van een tuin een sponstuin te maken. Het is een aaneenschakeling van toelichtingen, tips, prachtige beelden én plantenlijsten die je gids kan zijn bij de aanleg van een sponstuin.

Tekst door Bart Verelst
Fotografie door Marc Verachtert, EBEMA & ACO